Op de plaats waar nu het openluchttheater “De Kösterskoele” gevestigd is, ergens op het achterterrein, stond in ± 1800 een boerderijtje genaamd “Schotten Köster”. In 1811 bestond de veestapel van de bewoner, Gerrit Krijgsman, uit 1 koe. Het was een clandestien op de markegrond gebouwd huisje. Toen in 1857 bij de verdeling van de markegronden de bewoners niet in staat waren het aan te kopen, werd het boerderijtje door de Marke geschonken aan de Diaconie. Vanaf 1881 stond de boerderij leeg, waarna het in 1887 door Wolter Kevelham (de Köster), wonend honderd meter verder op, gekocht werd van de kerk. De grond werd verdeeld over Bungelers en de Köster, deze laatste kreeg ook de grond waar dus later “De Kösterskoele” ontstond. In 1889 is het boerderijtje afgebroken.
In de jaren twintig van de negentiende eeuw zijn boeren begonnen om zand te winnen op de grond van “de Köster”. De gewonnen grond werd hoofdzakelijk gebruikt voor funderingen van nieuwbouw. Na de tweede wereldoorlog is de fa. Krekel uit Holten verder gegaan met grondafgraving, dan in grotere opzet. In die tijd werden de vrachtwagens vol geschept met de schop, dus gewoon handwerk. Het zand werd toen gebruikt voor aanleg van wegen, in de verre omgeving. In die tijd was de ontstane kuil een geliefde speelplaats voor kinderen uit de verre omtrek. Vooral ook omdat er in de wanden van de kuil veel zogenaamde oeverzwaluwen hun holen hadden gegraven. In één van deze holen is in de vijftiger jaren een jongen onder het instortende zand gekomen en verloor tengevolge daarvan het leven.
De gemeente Markelo had voor 31 augustus 1932, ter gelegenheid van de verjaardag van H.M. Koningin Wilhelmina, een uitnodiging gekregen om op Paleis Het Loo in Apeldoorn een optreden te verzorgen voor deze speciale gelegenheid.
Met paard en wagen toog een groep Markeloërs naar Apeldoorn om in de tuin van het Paleis een boerenbruiloft anno 1830op te voeren. Deze opvoering oogstte veel succes. Naar aanleiding van dit succes besloot de gemeente Markelo in 1934 in georganiseerde vorm dansoptredens te verzorgen waarmee de ‘Folkloristische Vereniging Markelo’ een feit was. In eind jaren vijftig bestond er binnen de ‘Folkloristische Vereniging’ de behoefte om de boerenbruiloft nogmaals op te voeren in Markelo. In overleg met de gemeente werd er gezocht naar een geschikte locatie. Bij het zoeken naar een locatie kwam de gemeente ambtenaar Julsingha op het idee om de zandafgraving bij “de Köster” te gebruiken als decor voor de opvoering van de boerenbruiloft. Samen met mevr. Meengs-Heilersig, bestuurslid van de ‘Folkloristische Vereniging’, namen ze het initiatief tot het oprichten van het openluchttheater. Een aantal verenigingen in Markelo werd gevraagd om mee te werken aan dit plan, Plattelandsvrouwen, Plattelandsjongen en de boerenstandsorganisatie. Het financiële gedeelte werd voorgeschoten door de Boerleenbank, wel moesten de 10 bestuursleden borg staan voor een bedrag van ƒ 1.000,– per bestuurslid. Dit was veel geld voor die tijd.
Op 19 juli 1961 werd “De Kösterskoele” officieel in gebruik genomen. Eén van de initiatiefnemers en eerste voorzitter van het later opgerichte stichtingsbestuur, mevrouw Meengs-Heilersig opende toen de “Koele”. Het theater was ruim van opzet en bood aan ruim 700 personen plaatsruimte. Op het achterste gedeelte werd het oude gebintwerk van de vroege boerderij “Loosboer” opgetrokken en met riet gedekt. Deze opbouw ging een unieke achtergrond vormen voor de vele voorstellingen die in de Koele opgevoerd zijn. Op 22 december 1961 is er een stichting opgericht op daar de bestuurlijke verantwoordelijkheden onder te brengen.
De eerste opvoering in het openluchttheater “De Kösterskoele” was op 22 juli 1961. De Holtense ontspanningsclub O.C.H. presenteerde toen het openluchtspel “Dingane”, waarbij oude volksgebruiken uit de tijd der Kozakken ten tonele werden gevoerd. Een kleine maand later werd de eerste boerenbruiloft opgevoerd, in het speciaal voor deze gelegenheid gebouwde openluchttheater.
Ruim 25 jaar lang was de opvoering van de Markelose boerenbruiloft anno 1830 een overweldigend succes (klik op de foto). Elk seizoen weer moest er meerdere avonden worden opgetreden om alle belangstellenden tevreden te stellen. Meer dan 100 vrijwilligers creëerden met behulp van levende have, oude landbouwwerktuigen e.d. diverse aansprekende taferelen. Vele vakantiegangers hebben hier jaarlijks weer van genoten, ja zelfs het provinciaal bestuur onder leiding van Commissaris van de Koningin Van Nispen tot Pannerden behoorde in 1968 met hun echtgenotes tot de toeschouwers.
Er werden echter niet alleen boerenbruiloften georganiseerd. Ook daverende beatconcerten, circusvoorstellingen, Markelose avonden, muziekconcoursen, operettes, kerkdiensten, country en western festivals, barbecuefeesten etc. hebben er plaatsgevonden. In 1964 is het 30-jarige bestaan van de plaatselijke Fanfare gevierd in het openluchttheater. Speciale gasten hierbij waren de Blue Diamonds. In 1972 was er een zeskamp voor de buurtschappen van Markelo. Deze zeskamp werd gepresenteerd door Barend Barendsen. Bijzonder hierbij te vermelden is dat de huidige Burgemeester van Rijssen, Jan Lonink, één van de deelnemers was. In 1974 is het 40 jarige bestaan van de ‘Folkloristische Vereniging Markelo’ in het openluchttheater gevierd. De betrokkenheid van de beide stichtingen stond hierbij centraal.
Halverwege de jaren tachtig liep de belangstelling voor de boerenbruiloft terug. Dit was wel één van de belangrijkste inkomstenbronnen van het stichtingsbestuur. In 1985 is er besloten om een doorstart te maken met de stichting. Ook nu moesten een aantal bestuursleden financieel garant staat voor een bedrag van ƒ 10.000,–. De stichting werd nieuw leven ingeblazen en het idee werd geopperd om een openluchtspel op te voeren. In 1986 begon het met “De Deerns van de Dreesprong”. Deze openluchtspellen duren tot de huidige tijd voort.